In het nieuwe beschermingsstatuut onderscheid men twee regelingen:
Deze bescherming gebeurt onder vorm van een geregistreerd lastgevingscontract.
Zolang de lastgever wilsbekwaam is kan hij uiteraard schenkingen doen.
Is hij wilsonbekwaam geworden dan kan de schenking gebeuren door de lasthebber volgens de principes die in de lastgeving zijn opgenomen.
Met andere woorden: er zal heel duidelijk in de lastgeving moeten opgenomen worden aan wie er dient geschonken te worden, wanneer, hoeveel en onder welke bijkomende voorwaarden.
Is de beschermde persoon nog voldoende wilsbekwaam dan kan hij aan de vrederechter hiervoor een speciale machtiging vragen.
De vrederechter kan deze machtiging weigeren indien dat blijkt dat de beschermde persoon niet meer voldoende wilsbekwaam is of indien zou blijken dat hij zichzelf en/of diegenen die hij moet onderhouden hierdoor arm maakt.
Via het nieuwe beschermingsstatuut kunnen echter nu ook niet-wilsbekwame personen nog een schenking doen.
Hiervoor is machtiging van de vrederechter nodig en dit kan in twee gevallen:
Ook hier echter moet de schenking in verhouding staan tot het vermogen.
Zowel in het statuut van buitengerechtelijke als van gerechtelijke bescherming is het mogelijk om nog schenkingen te doen.
Hierbij is het van cruciaal belang dat het lastgevingscontract (buitengerechtelijk) of de akte waarin hij zijn voorkeur uitdrukt voor een bepaalde bewindvoerder of vertrouwenspersoon (gerechtelijk) dit uitdrukkelijk en duidelijk vermelden en waarbij geen misverstanden mogelijk zijn.
Dit is specialistenwerk waarvoor u steeds bij ons terecht kunt.
Contacteer ons