Algemeen
HOOFDSTUK 1
Soorten goederen en eigendomsrecht 19
1. Inleiding 19
2. Volle eigendom 20
3. Vruchtgebruik en blote eigendom 21
4. Vruchtgebruik en vennootschap 27
HOOFDSTUK 2
Het huwelijksvermogensrecht 29
1. Huwelijk 31
1.1. Gemeenschap van goederen 31
1.2. Scheiding van goederen 32
1.3. Scheiding van goederen en gemeenschap van aanwinsten 33
1.4. Quid in geval van echtscheiding 34
2. Wettelijk samenwonen 35
3. Feitelijk samenwonen 37
HOOFDSTUK 3
Beginselen van het erfrecht 39
1. Voorwaarden om te kunnen erven 39
1.1. Algemeen 39
1.2. Het nieuwe erfrecht 39
2. De basisregels van het erfrecht 40
2.1. De orden 40
2.2. De graad 41
2.3. De plaatsvervulling 41
2.4. De kloving 42
2.5. Speciale gevallen 42
2.5.1. Nieuw samengestelde gezinnen 42
2.5.2. Stiefkinderen 43
3. De reserve en het beschikbaar deel 43
3.1. Bepalen van de fictieve massa 44
3.2. De problematiek van de waardering 46
3.3. Bepalen van het reservatair deel en het beschikbaar gedeelte 47
3.3.1. De kinderen 48
3.3.2. De ouders - grootouders - overgrootouders (= de ascendenten) 50
3.3.3. De langstlevende echtgenoot (LLE) 51
3.3.4. De langstlevende partner (LLP) 55
3.3.5. Het erfrecht van de stiefkinderen 56
3.3.6. Het erfrecht van de adoptiekinderen 56
3.4. Aanrekening van de schenkingen en de legaten op het beschikbaar deel 57
3.5. Inkorting 58
4. De inbreng 60
5. Erfrecht van de langstlevende echtgenoot/echtgenote (LLE) 60
5.1. Inleiding 60
5.2. De LLE komt samen met de kinderen tot de erfenis 68
5.3. De LLE komt samen met andere dan de kinderen tot de erfenis 69
5.4. De LLE is de enige erfgenaam 70
6. Erfrecht van de langstlevende partner (LLP) 70
6.1. Wettelijke samenwoning 70
6.2. Feitelijke samenwoning 70
7. De anticipatieve inbreng 70
8. Erfovereenkomsten 72
8.1. De globale erfovereenkomst 72
8.2. De punctuele erfovereenkomst 73
8.2.1. Afspraak over de geschonken waarde 74
8.2.2. Verzaking aan het recht op inkorting 74
8.2.3. De generatiesprong 74
9. Aanvaarding van een nalatenschap 75
9.1. De zuivere en eenvoudige aanvaarding 75
9.2. De verwerping van de nalatenschap 75
9.3. De aanvaarding onder vorm van boedelbeschrijving 76
9.4. De problematiek van de generatiesprong (generation skipping) 77
10. Overgangsrecht met betrekking tot het nieuwe erfrecht 78
11. Praktijkvoorbeelden 79
11.1. Gehuwd onder gemeenschap 80
11.2. Gehuwd met scheiding van goederen 81
11.3. Gehuwd onder het wettelijk stelsel 82
11.4. Wettelijke samenwoning 82
11.5. Feitelijke samenwoning 83
11.6. Besluit 83
HOOFDSTUK 4
Successierechten 85
1. Algemeen 85
2. De drie categorieën 86
2.1. Bloedverwanten in de rechte lijn, echtgenoot en samenwonenden 86
2.1.1. De bloedverwanten in rechte lijn 86
2.1.2. De echtgeno(o)t(e) 88
2.1.3. De samenwonenden 88
2.1.4. Toepassingen 88
2.2. Categorie ‘Broers en zusters' 89
2.3. Categorie ‘Anderen' 89
2.4. Bijzonder geval: de gezinswoning 90
2.4.1. Gehuwden en wettelijk samenwonenden 90
2.4.2. Feitelijk samenwonenden 90
2.4.3. Uitgesloten categorieën 91
3. De berekeningsmethode 91
3.1. Berekening van de nalatenschap 91
3.2. Berekening bij categorie 1 94
3.2.1 Algemeen 94
3.2.2. Bijzondere bepalingen 96
3.3. Berekening bij categorie 2 96
3.4. Berekening bij categorie 3 97
4. De tarieven erfbelasting in het Vlaams Gewest 98
4.1. Categorie 1 98
4.2. Categorie 2 99
4.3. Categorie 3 99
5. Speciale tarieven en vrijstellingen 100
5.1. Legaten aan een vzw of aan een stichting 100
5.2. Het vererven van de familiale vennootschap of onderneming 100
5.3. De vermindering voor zwaar gehandicapte personen 101
5.4. De vermindering voor aandelen van vennootschappen opgericht voor
financiering of bouwen van serviceflats 102
HOOFDSTUK 5
Planningstechnieken 103
1. Inleiding 103
2. Het huwelijkscontract 104
2.1. Algemeen 104
2.2. Gemeenschapsstelsel 105
2.3. Scheiding van goederen 106
2.3.1. Het finaal verrekeningsbeding 106
2.3.2. De beperkte gemeenschap 107
2.4. De contractuele erfstelling 107
3. Aanwascontract en tontinebeding 108
3.1. Het aanwascontract 108
3.2. Het tontinebeding 110
4. Samenlevingscontract 111
5. Schenking 111
5.1. Inleiding 111
5.2. Soorten schenkingen 113
5.2.1. De Belgische notariële schenking 113
5.2.2. De handgift 113
5.2.3. De bankgift 114
5.2.4. De schenking voor een Nederlands notaris 115
5.3. Modaliteiten en voorwaarden 115
5.3.1. Het conventioneel beding van terugkeer 115
5.3.2. Verbod tot inbreng in een huwgemeenschap 116
5.3.3. Schenking onder last 116
5.3.4. Schenking met voorbehoud van vruchtgebruik 122
5.3.5. Schenking met verbod tot vervreemding 122
5.4. Aandachtspunten bij schenkingen 122
5.4.1. Schenking binnen of buiten erfdeel 122
5.4.2. Schenking van roerende en onroerende goederen 123
5.4.3. Schenking tussen echtgenoten 124
5.4.4. Schenking aan minderjarige kinderen 125
5.4.5. Schenking aan rechtspersonen 126
5.4.6. Het Wetboek der Registratie- en Successierechten versus het
Burgerlijk Wetboek 126
5.5. De schenkingstarieven in het Vlaams Gewest 127
5.5.1. Roerende goederen 127
5.5.2. Onroerende goederen 127
5.5.3. Toepassingsgebied 128
6. Testament 128
6.1. Inleiding 128
6.2. Soorten 128
6.2.1. Het eigenhandig testament 128
6.2.2. Het notarieel testament 129
6.2.3. Het internationaal testament 129
6.3. Soorten legaten 130
6.3.1. Het algemeen legaat 130
6.3.2. Het legaat onder algemene titel 130
6.3.3. Het bijzonder legaat 130
6.4. Aandachtspunten 131
6.4.1. Bekwaamheid 131
6.4.2. Belang van het onderscheid tussen types van legaten 132
6.4.3. Wat primeert: het huwelijkscontract of het testament 133
7. Levensverzekering 133
7.1. Begrip 133
7.2. Hoe inbouwen in een successieplanning 134
8. Gesplitste aankoop 136
8.1. De techniek 136
8.2. De toepassing 136
9. Controlevehikels 137
9.1. De burgerlijke maatschap (BM) 138
9.1.1. Wat is een burgerlijke maatschap 138
9.1.2. Werking van een maatschap 139
9.1.3. Fiscaliteit van een maatschap 145
9.2. Private stichting 146
9.2.1. Wat is een private stichting 146
9.2.2. De werking 146
9.2.3. Fonds op naam 149
10. De zorgvolmacht 152
11. De erfovereenkomst 153
DEEL II
Toepassing in de praktijk 157
HOOFDSTUK 1
Inleiding 159
HOOFDSTUK 2
Bekommernissen van ouders met een kwetsbaar kind 161
1. Inleiding 161
2. Het probleem van de erfopvolging 161
2.1. Over welke goederen hebben we het? 161
3. Het zorgprobleem 165
4. Bestuursprobleem 167
5. Zelfbescherming van de ouders 169
6. Informatie en coördinatie 169
7. Onaangepaste regelgeving en voorstellen van regelgeving 170
HOOFDSTUK 3
Het beschermingsstatuut 173
1. Inleiding 173
2. Bekwaamheid en onbekwaamheid 174
3. Het nieuwe beschermingsstatuut 176
3.1. De krachtlijnen 176
3.2. De gerechtelijke bescherming 176
3.2.1. Algemeen 176
3.2.2. De bewindvoerder en de vertrouwenspersoon 178
3.2.3. De beschermmaatregel en de planningsstrategie 179
HOOFDSTUK 4
De handelingsonbekwaamheid in afsluiten erfovereenkomsten 183
1. Het minderjarig kind 183
2. De meerderjarige 184
HOOFDSTUK 5
De planningsstrategie 185
1. Uitgangspunten 185
1.1. Voorwaarden waaraan de planning moet voldoen 185
1.1.1. Behoud controle en beschikkingsrecht 185
1.1.2. Rekening houden met de bloedlijn 188
1.1.3. Successierechten minimaliseren 189
1.1.4. Het zorgaspect 189
1.1.5. De fiscaalvriendelijke bestemming van het vermogen van
het kwetsbaar kind 190
1.2. Horizontale en verticale planning 191
HOOFDSTUK 6
Oplossingen 193
1. Inleiding 193
2. Het creëren van een zorgplanning 193
3. De problematiek van het omzettingsrecht 196
4. Oplossingen voor het zorgprobleem 200
4.1. Via een verzorgingscontract 201
4.2. Schenking of legaat aan derden onder last 203
4.2.1. De verzorger als begunstigde 203
4.2.2. De instelling als begunstigde 205
4.3. Inschakelen van een externe organisatie zoals PLUS vzw 205
4.4. Ambulante of residentiële verzorging 206
4.5. De gedwongen opname 206
4.6. De overeenkomst tot onderhoud met last om de persoon met een
beperking in huis op te vangen en te verzorgen 207
4.7. Besluit 207
5. Technieken voor vergoeding zorgdragende partij 207
5.1. Legaat met last 207
5.2. Schenking met last 212
6. Oplossingen voor het bestuursprobleem 213
6.1. Via het nieuwe beschermingsstatuut 213
6.2. Wat in geval van minderjarigheid van het kind? 214
6.3. Optimaliseren van de horizontale planning 215
6.4. OCMW/Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) 216
6.4.1. Budgetbegeleiding 216
6.4.2. Budgetbeheer 217
6.4.3. Schuldbemiddeling 217
6.4.4. Collectieve schuldenregeling 218
6.4.5. Hoe inbouwen in een zorgplanning? 218
6.5. Legaat of de schenking onder modaliteiten 219
6.5.1. Omschrijving 219
6.5.2. Modaliteiten 220
6.5.3. Toepassing van het huwelijksvermogensrecht 222
6.5.4. De gift van een lijfrente, 223
6.5.5. Ongeoorloofde oplossingen 224
7. Oplossingen voor het erfprobleem 224
7.1. De erfopvolging van de ouders 224
7.1.1. De levensverzekering 224
7.2. De erfopvolging van het kind 226
7.2.1. Het restlegaat of het fideï commis de residuo 226
7.2.2. De restschenking 230
7.2.3. Het duolegaat of het legaat vrij van successierechten 231
8. Oplossing voor de zelfbescherming van de ouders 233
8.1. Afzonderlijke woonplaats 233
8.2. De verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid 233
8.3. Uw kind is een gevaar voor u en uw gezinsleden 234
8.4. Financiële zelfredzaamheid 235
9. Globale oplossing: de controlestructuren 236
9.1. Inleiding 236
9.2. Gebruik van een patrimoniumvennootschap 237
9.3. De certificering van aandelen 238
9.4. De burgerlijke maatschap 238
9.4.1. Algemeen 238
9.4.2. Een praktijkvoorbeeld van hoe het niet hoort 240
9.5. De private stichting 245
9.6. Het fonds op naam 247
HOOFDSTUK 7
Praktijkvoorbeelden uit de AXIS Stichting 249
1. Manisch-depressieve mensen, verslaafden en verkwisters 249
2. Verstandelijk beperkte personen 250
3. De demente bejaarde 251
4. Zelf vastgoed bouwen/kopen en zelf de zorg verzorgen 252
BESLUIT 255